Levensloop Jaap Jager Next (right).

Rijks: 1956-1960 (B-4)



HBS jaren:

klas 1-a  1956-1957

klas 1-a  1957-1958

klas 2-a  1958-1959

klas 3-a  1959-1960

klas B4   1960-               dec.1960



Jaap Jager

In september 1956 kwam ik op de Rijks, afkomstig van de “School met den Bijbel” te Venlo. Op de website ben ik nog vele namen tegengekomen van oud-medeleerlingen van genoemde “School met den Bijbel”, en na enig speurwerk op internet ook nog een enkele foto van de onderwijzers van die lagere school. Al die namen spreken mij nog wel aan, en aan vele namen zijn nog wel bijzondere herinneringen verbonden, die in dit verhaal eigenlijk niet van belang zijn, maar bij mij nog steeds leven.

Van deze lagere school herinner ik me nog de noodgebouwen uit 1950, en de onderwijzers uit die tijd.

Later werd de nieuwe school gebouwd in de Van Schelbergenstraat, bestaande uit 4 lokalen. Maar goed, het gaat nu over de Rijks-HBS en later, en niet over de tijd daarvoor.


Van mijn HBS-tijd kan ik me nog enkele anekdotes en vele namen herinneren.


- De periodieke strijd met de 'bewaker' (De Tiet) om ongezien en dus ongestraft te ontsnappen vanaf de binnenplaats tijdens de pauzes.


- De dag dat Haike jarig was, en onze klas (1958 of 1959 ?) gezamenlijk geld bij elkaar had gelegd om voor hem een grote taart te kopen. Terwijl we het aardrijkskunde-lokaal inliepen begonnen we allemaal te zingen van “Lang zal hij leven, enz.”. Het lukte hem, ondanks alle pogingen, waarschuwingen en later zelfs de meest afschuwelijke bedreigingen niet om ons stil te krijgen.

Het bleek dat hij erg geroerd was door deze onverwachte geste. Een vrije weergave van zijn woorden (terwijl de tranen uit zijn ogen kwamen) luidt : “Dit had ik van de klas waar ik altijd de grootste problemen mee heb, nooit verwacht”.

Dat uur hebben we een les gehad zoals we nog nooit gehad hebben, zonder de alom bekende overhoringen. Hij vertelde dat aardrijkskunde eigenlijk reizen was over de wereld, wat hij zelf heel graag had willen doen bij de marine. Maar omdat hij afgekeurd was (en zijn broer niet, die was opperbevelhebber of admiraal of zoiets bij de marine geworden) kon hij nog alleen maar “droog” reizen, wat hij dus nog elke werkdag deed.

Zijn “Wet van Buys-Ballot”, en de definitie van “De Sneeuwgrens” zitten er nog steeds goed in.


- De Beer : Niet kennen dan pennen; en : Hoe minder zielen, hoe meer vreugd; als er weer eens iemand uit de klas werd verwijderd.  


- De Kiep : Na de carnaval kon of wilde hij een paar dagen niet praten, en werd het schoolbord door hem gebruikt om te communiceren met z’n leerlingen.


- De Pruus : Alle naamvallen, onregelmatige meervouden en taaleigen zitten er nog steeds in. Onbegrijpelijk dat mijn hoogste cijfer voor Duits toch maar een 3 was.


- Bonsel : De lange reeks van Griekse eilanden ? (Thessalie, Thracie, Epirus, …..Euboa) die bij foutloos opdreunen gegarandeerd een ruime voldoende opleverden. Verder de straf die hij eens oplegde, vanwege iets wat hij wangedrag noemde, om op de vrije woensdagmiddag, samen met 1 vriend en 2 meisjes van mijn klas terug te komen om als Opvoedkundige Maatregel (een deel van) het boekwerk “Van Goden en Helden” over te schrijven. Die straf bleek achteraf toch niet zo’n erg zware straf te zijn.


- Sprengers en Nijs : Hebben mij de beginselen van de wiskunde bijgebracht, waar ik altijd ontzettend veel plezier in heb gehad en later in verder ben gegaan.


- enz., enz., enz. Ik wil geen enkele leraar tekort doen (De Luier, Corrie, Hansje, Prick, De Kneep, De Dirk). Pas later realiseer je je dat ze het soms/vaak/meestal/altijd eigenlijk best goed met je voor hadden.

In december 1960 heb ik, erg onverwacht, de RijksHBS Venlo verlaten wegens verhuizing van Venlo naar Utrecht.

Later heb ik me gerealiseerd dat dit vertrek eigenlijk erg snel is gegaan. Van de ene op de andere dag ben ik van school gegaan en heb helaas geen afscheid genomen van alle medeleerlingen met wie ik in die ruim 4 jaren samen toch wel een goede relatie en vaak ook een vriendenband had opgebouwd. Jammer. Sorry.


Over mijn werkzame loopbaan is eigenlijk niet zo veel te vertellen. Geen ontwikkelingslanden, boortorens, schipbreuken of ruimtereizen. Bij 1 werkgever, binnen 1 afdeling, heb ik 43 dienstjaren volgemaakt, maar gelukkig wel in meerdere functies, die steeds opnieuw een uitdaging waren.


Nadat ik dus erg onverwacht stopte met de R-HBS, vlak voor kerstmis 1960,  verhuisde ik naar Utrecht. Helaas heb ik de HBS daar niet afgemaakt (waar ik jarenlang spijt van heb gehad en nadelen van heb ondervonden) maar begon meteen, op 2 januari 1961, mijn loopbaan bij de toenmalige DEMKA Staalfabrieken in Utrecht als Leerling Analist op het Chemisch Laboratorium.

De eerste opdracht die ik daar kreeg was de bepaling van het soortelijk gewicht van stookolie, afkomstig van het motorschip VENLO. Geen schoon klusje, terwijl alleen de naam van het schip al mijn heimwee naar Venlo en mijn voormalige vrienden en schoolvrienden verhevigde. Die heimwee heeft mij nog wel een paar jaar parten gespeeld.


Na 1 maand begon toen mijn studie op de avondschool om me, na 2 ½ jaar, Leerling - Analist te mogen noemen.

Van februari 1964 tot augustus 1965 heb ik mijn dienstplicht vervuld bij de Geneeskundige Troepen in Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en Nijmegen, waar ik opgeleid werd tot medisch laboratorium-helper.


Van september 1965 t/m december 1966 weer terug bij DEMKA als Chemisch Analist op het laboratorium. Door reorganisaties werd ik vervolgens overgeplaatst naar een vrijwel identieke functie bij de toenmalige HOOGOVENS IJzer- en Staalfabrieken in IJmuiden gemeente Velsen, tegenwoordig CORUS.

Hier ben ik werkzaam geweest in diverse gerelateerde functies, steeds op het Chemisch Laboratorium. Aanvankelijk in volcontinuedienst t.b.v. procescontrole voor de staalfabricage, en later in kantoordienst voor minder spoedeisende werkzaamheden.


Daar heb ik m’n studie voor Chemisch Analist afgemaakt, maar deels uit interesse, deels uit noodzaak, ben ik me gaan verdiepen in Hogere Wiskunde en Informatica (nog voordat de PC was uitgevonden). Dit resulteerde uiteindelijk in een functie binnen dezelfde laboratoria waarbij aanvankelijk veel chemisch research-werk werd gedaan. Daarna kwam langdurig het chemisch-analytisch, numeriek en programmatisch beheer van een aantal geautomatiseerde analyse-apparaten (oa. emissie-spectrometers en röntgenapparaten) onder mijn verantwoording, alsmede het beheer van de daarbij behorende computersystemen.

Vervolgens ben daar ik actief geweest in een aantal robotiserings- en automatiserings-projecten voor chemisch-analytisch en intrumentele analyses binnen de laboratoria van Hoogovens.

De laatste 7 jaren bij Hoogovens was ik belast met Kwaliteitsborging en Kwaliteitszorg voor een groep van ca. 100 laboratorium-medewerkers.


In mei 1971 ben ik getrouwd met Riet, en nu nog steeds. Helaas hebben we geen kinderen. Vanaf 1971 woonden we in IJmuiden, en vanaf 1987 in Velserbroek, ook gemeente Velsen.


Zoals bijgaande foto’s laten zien ben ik, na aanvankelijk goed voorzien te zijn geweest, later toch m’n (wilde) haren kwijtgeraakt. Het zij zo.


Per 1 juni 2004 ben ik gepensioneerd, en denk nog steeds met plezier en voldoening terug aan de loopbaan die achter me ligt.

Up (parent).